31 December 2023 was de laatste werkdag voor René van Dijk, 40 jaar het vertrouwde gezicht van het Regionaal Archief Gorinchem. Onderstaand artikel is speciaal voor hem geschreven als blijk van mijn grote waardering voor 35 jaar onvermoeibaar aanslepen van archiefstukken, tijdschriften,  krantenartikelen, zowel gevraagd als ongevraagd, en het beschikbaar stellen van zijn kennis over de geschiedenis van Gorinchem en de bronnen. 

Gaat Hendrick Hamel geld opleveren?

In 1920 verscheen in de “Van Linschoten Reeks” een bijdrage geschreven door Bernard Hoeting met de titel “Verhaal van het vergaan van het jacht De Sperwer (1656-1663) door Hendrik Hamel.”[i]

Hierdoor werd het verhaal over de stranding van de Sperwer en de daaropvolgende 13 jaar durende gevangenschap van o.a. de Gorinchemse Hendrick Dircksz Hamel aan de vergetelheid onttrokken. Het boek vond zijn weg door heel Nederland en de rest van de wereld, maar in Gorinchem was niemand lid van de Linschotenvereniging. Toch sijpelde het nieuws langzaam maar zeker door en de Gorcumse navorser W.F. Emck bevestigde in een krantenartikel in de Nieuwe Gorcumsche Courant van 18 januari 1922 dat Hendrick Hamel in Gorinchem geboren was. Hij voegde er aan toe dat volgens het geslachtenboek van Jan Kuyl Hamel ook in Gorinchem overleed in februari 1692. Waarschijnlijk is de schenking van een exemplaar van het boek van Hoeting aan de Historische Vereniging Oud Gorcum door ene J.v.A. de aanleiding geweest voor het uitgebreide krantenartikel. Het artikel werd afgesloten met de opmerking dat het geven van de naam van Hendrick Hamel aan een plein of straat aan de Merwede het verhaal over Hendrick “levendig” zou houden.

 

Er was meer publiciteit nodig om zo ver te komen. Op 24 juli 1929, waarschijnlijk was het ook toen al komkommer-tijd in de zomer, verscheen in dezelfde krant, op de inleiding na een nagenoeg identiek artikel onder de titel “Een vermaarde Gorcumer uit de 17de eeuw”. Ook nu werd de oproep voor een straatnaam gedaan. De straatnaam kwam in 1930 in de Lingewijk. Echt van harte ging het niet. In het Gorinchemsch Nieuwsblad van 1 augustus 1930 stond onder de kop Verslag Gemeenteraadsvergadering “Op voorstel wordt de nieuwe straat in de Lingewijk gedoopt als Hendrik Hamelstraat: Hendrik Hamel is blijkbaar een bekende Gorcumer uit de vroegeren tijd, waarvan vermoedelijk geen enkele ingezetene ooit gehoord heeft. De heer Swaters had in ’t vervolg graag namen van meer bekende personen, ook uit den tegenwoordigen tijd’. Uit een artikel in de Nieuwe Gorinchemsche Courant van 2 augustus valt op te maken dat ook de heer Korver zijn bedenkingen had. “Raadsleden of anderen moeten ook hieromtrent hun verlangen uit kunnen spreken” maar de burgemeester gaf aan dat er deze keer haast bij was geweest in verband met de naderende volkstelling. Een merkwaardige opmerking voor een straatje met maximaal 9 huizen waarvan er één als sinds 1915 stond en de andere acht in 1926 gebouwd waren.[ii]

 

foto B. Bode
foto B. Bode

Helaas hielp het weinig tot niet bij het levendig houden van het verhaal en dat lag niet alleen aan het feit dat op het straatnaambordje de naam Hendrick veranderde in Hendrik. Het verhaal van Hendrick werd wel voeding voor kinderboekenschrijvers en schrijvers van romans maar in Gorinchem zakte het langzaam maar zeker weer weg.[i]

 

In de jaren tussen 1970 en 1980 gingen buitenlandse onderzoekers zich steeds positiever over het journaal en de transcriptie van Hoeting uitlaten en publiceerden ook vervolg-onderzoek. In 1975 rakelde Bas van Beuzekom het verhaal weer op door middel van een feuilleton in het Nieuwsblad voor Gorinchem en omstreken.

In Zuid-Korea had men Hamel en zijn journaal al eerder weer herontdekt en werd het verhaal in 1910 uitgegeven met als gevolg dat Hendrick daar gezien werd als “de ontdekker van Korea” en hem een heldenstatus ten deel viel. Zijn verhaal is tot op vandaag de dag een vast onderdeel binnen het Zuid-Koreaanse geschiedenisonderwijs[ii]. In de Lingestreek van 2 december 1980 werd gemeld dat er ter gelegenheid van zijn 350ste geboortedag een monument voor Hamel was onthuld op 10 oktober van dat jaar op het eiland Cheju van maar liefst 4 meter hoog en 6,5 meter breed. Voor het eerst had men zich in Gorinchem ook weer geroerd. Schoolkinderen van het basisonderwijs hadden tekeningen gemaakt en die waren samen met tekeningen van Koreaanse kinderen in Zuid-Korea tentoongesteld bij een receptie van de Nederlandse ambassadeur in Zuid-Korea, ter gelegenheid van de onthulling van het kunstwerk. Het kunstwerk symboliseert een opengeslagen boek waarmee Korea werd opengelegd. Door het schrijven van zijn journaal heeft Hendrick Hamel de wereld kennis laten maken met het gesloten land Korea. Hij heeft het als het ware “ontdekt”, volgens de Koreaanse filosofie.

Een eerbetoon aan een man wiens journaal in die buitenwereld zolang miskend was geweest. Hoe had dit kunnen gebeuren?

 

De VOC eiste bij het verloren gaan van een schip en/of zijn lading altijd een verslag van de hoogste leidinggevende. In dit geval was dat Hendrick in zijn functie als boekhouder. Volgens een aantal vaste vragen probeerde men inzicht te krijgen in hetgeen er gebeurd was en bij wie de schuldvraag lag. De antwoorden werden naar waarheid ingevuld en daarmee was de kous af. Maar niet voor Hendrick. Hij besloot er ook een deel aan toe te voegen waarin hij verhaalde over het leven van de bemanningsleden tijdens hun gevangenschap maar ook over de cultuur en het gezinsleven in Korea.

Daarmee kreeg de VOC een uniek document in handen want in de westerse wereld was niets bekend over het leven in het gesloten Korea. De VOC beschouwde dit soort documenten dan ook als hun geheim en verbood uitdrukkelijk om ze openbaar te maken. De bemanningsleden die samen met Hamel waren ontsnapt, kwamen een jaar eerder aan in Nederland dan Hamel met de achterblijvers. Ze moeten bijna bij het aflopen van de loopplank een kopie van het journaal aan drie verschillende uitgevers verkocht hebben.

 

Drie edities van het verhaal van de ondergang van de Sperwer

Jacob van Velsen, boekdrukker aan de Utrechtsestraat in Amsterdam, had de primeur en was de eerste drukker die het journaal op de markt bracht in 1668. Aan de vele verschrijvingen en slordigheden was te zien dat het voor hem een haastklus was geweest. Hij bracht 2 drukken uit die onderling weinig verschillen. Van Velsen gaf alleen het verslag over het vergaan van de Sperwer uit en liet het deel over Korea voor wat het was. Ook bevinden zich geen illustraties in deze drukken. Een exemplaar hiervan ligt in de universiteits-bibliotheek in Leiden.

 

Johan Stichter was een bekende uitgever van almanakken in Rotterdam, op de hoek van de Vogelesang. Hij bracht het verhaal van de ondergang van de Sperwer ook in 1668 uit. Hij liet zeven illustraties bij het verhaal maken en nam ook de beschrijving van Korea op. Van hem is één editie bekend. Zijn eenvoudige houtsneden zijn algemeen bekend en worden tot op vandaag de dag afgebeeld in nieuwe editie van het journaal zoals uitgegeven wordt door het Hendrick Hamel Museum in Gorinchem.

 

De Amsterdamse uitgever Gillis Joosten Saagman (1619-1704) bracht een reeks journalen en reisbeschrijvingen op de markt. Veelal waren die gebaseerd op de (her)drukken van beroemde reisteksten die in de loop van de zeventiende eeuw waren verschenen. Oorspronkelijk bestemd voor rijke kooplieden, ontwikkelde het reisjournaal zich in de tweede helft van de zeventiende eeuw het reisjournaal als ontspanningsliteratuur voor een breder, minder welgesteld publiek. Ook zij wilden, veilig bij eigen huis en haard, lezen over verre oorden, roemruchte en godvrezende, wilskrachtige landgenoten, rampen en over de zware beproevingen waarmee de zeereizen gepaard gingen. Mateloos populair waren de ‘ongelukkige reizen’ door hun hoge gehalte aan schipbreuk, strijd, ziekte, dood en gevangenschap of slavernij. Het journaal van “de ongeluckige Reyse van 't Jacht de Sperwer” paste hier naadloos in.

 

De boekjes van Saagman moesten goedkoop en spannend zijn. Hij draaide er dan ook zijn hand niet voor om, om minder spannende teksten in te korten en er desnoods wat meer spanning in te brengen. De aantrekkelijkheid van de boekjes werd verhoogd door veel illustraties maar die waren kostbaar. Daarom kocht hij oude koperplaten op, veranderde ze en plaatste ze te pas en te onpas. Zo ook in het journaal van Hamel. De afbeeldingen hebben niets met Korea te maken. Ze zorgden eerder voor verwarring. Dit is een handelswijze die nu, door copyright en beeldrechten, absoluut ondenkbaar zou zijn. In het geval van het journaal van Hamel schroomde hij niet om de tekst aan te passen en voegde hij afbeeldingen toe van olifanten, krokodillen en de kasuarissen. In de eerste druk gaf hij aan dat dit ter opvulling van de twee lege bladen was maar in de tweede druk werd deze kanttekening niet meer opgenomen en werd Hendrick Hamel in de mond gelegd dat de diersoorten ‘hier te lande zijn’ en dat er ‘een krokodil gevanghen was, die drie jonghe kinderen op gegeeten ende in 't hadde’. Ook de olifant kreeg een vaste plaats in het verhaal en zorgde voor leed vanwege het doodtrappen van mensen. Voor de olifant gebruikte Saagman een prent die in 1646 was gemaakt door Herman Saftleven. Saftleven was bij leven al een zeer bekende schilder en graveur en was samen met Cornelis en Abraham een zoon van Herman Saftleven den oude, die gedurende een deel van zijn leven met zijn gezin tegenover de Grote Kerk van Gorinchem woonde. De olifant kadootje geweest voor Prins Frederik Hendrik en werd niet alleen door heel Europa aan het publiek getoond maar ook in haar jonge jaren vereeuwigd door niemand anders dan Rembrandt van Rijn. Sinds 2006 heeft Hansken een eigen boek.

Hansken van Herman Saftlever (1646)
Hansken van Herman Saftlever (1646)

 

Op pagina 4 staat een dramatische schipbreuk afgebeeld die al eerder was gebruikt in het journaal van Bontekoe.

Op pagina 22 van de 2de en 3de druk van Saagman staat een afbeelding genaamd “Straffe der Hoereerders” en toont hoe Saagman te werk ging. Het origineel (1644-1646) staat afgedrukt in “de tweede reis van Jacob van Neck” van Isaac Crommelin. Saagman drukt hem af in spiegelbeeld met een sterk vereenvoudigde achtergrond. De gravure toont een man die met een mes bedreigd wordt en aan de rechter kant is men bezig een vrouw van het leven te beroven. In de tekst van Hamel staat dat in Korea met de plegers van overspel wel de spot werd gedreven maar dat men er doorgaans met 50 tot 60 slagen op de billen vanaf kwam. 

Straffe der hoereerders uit L. Crommelin
Straffe der hoereerders uit L. Crommelin

Tot slot een plaat, afbeeldend het optrekken van een stoet gewapende mannen, een wagen met twee paarden en twee kamelen naar een versterkte plaats; deze is in een andere uitgave vervangen door een fort aan de waterkant.

Kamelen en dromedarissen kwamen niet voor in Korea, maar wel in het aangrenzende China. Binnen de versterkte plaats zijn de masten van zeilschepen te zien, voorzien van een tuigage waaruit valt op te maken dat hier westerse schepen afgebeeld zijn.

 

Al met al werd de derde druk een rommelige uitgave met halve en hele waarheden.

Ongelukkigerwijze werd juist deze editie van het journaal vertaald in het Duits, Frans en Engels. Tot aan het eind van de negentiende eeuw was er vrijwel niets bekend over Korea in de westerse wereld maar men wist in de 17de eeuw al wel dat de dieren afgebeeld aan aangehaald in de 3e editie van Saagman niet in Korea voor konden komen en dat bezorgde Hendrick Hamel onder de onderzoekers de naam onbetrouwbaar te zijn. Het duurde tot 1920 voor dat door Bernard Hoetink een goede transcriptie van het journaal werd gemaakt en Hamels naam van alle blaam gezuiverd werd.

 

Hoe het verder ging tussen Gorinchem en Hamel weten we. Onder de kop “Gaat Hendrik Hamel geld opleveren?” verscheen een kort bericht in Het Kompas van 16 april 1996 waarin aangegeven werd dat burgemeester IJssels het eerste exemplaar van het in het Koreaans vertaalde dagboek overhandigde aan een afgevaardigde van de Zuid-Koreaanse ambassade. Het werd het begin van een los-vaste relatie tussen Gorinchem en zustersteden in Zuid-Korea, 3 musea in Zuid-Korea en een museum in Gorinchem dat helemaal op vrijwilligers draait. Honderd jaar na het verschijnen van het boek van Hoeting is de gemeenteraad nog steeds sceptisch over deze historische Gorcummer. Zonder zich te realiseren dat de kosten nog steeds voor de baten gaan blijft de gemeenteraad zich afvragen: Gaat Hendrik Hamel geld opleveren? 

Noten: 

[i] Werken uitgegeven door De Linschoten-Vereeniging XVIII

 

[ii] Info www.KadastraleKaart.com geraadpleegd op 7 december 2023.

[iii] Naar aanleiding van de Korea-oorlog werd op 13 februari 1952 in het Nieuwsblad voor Gorinchem en omstreken het eerdere artikel uit 1929 weer afgestoft door W. Geldof maar nu luidde het slot “En de bewoners van de Hendrik Hamelstraat in Gorinchem weten nu ook wat meer van de man, wiens naam hun straat draagt.”

 

[iv] De scheiding tussen Noord en Zuid Korea ontstond officieel op 15 augustus 1948 door de oprichting van een democratische republiek in het zuiden en, drie weken later op 9 september, een socialistische volksrepubliek in het noorden.

 

 

 

December 2023,  copyright: V.C. Wikaart - Derkzen