Sinds 2016 doe ik onderzoek naar de betrokkenheid van de Gorinchemse bevolking bij de Verenigde Oost Indische Compagnie (VOC), de West Indische Compagnie en initiatieven die daar mee te maken hebben. Naast de informatie uit de database van het Nationaal Archief over mensen die vertrokken zijn met de VOC en zelf hebben opgegeven dat ze afkomstig zijn uit Gorinchem, heb ik de relevante archieven van de stad Gorinchem doorgenomen. Dit zijn onder anderen het notarieel archief van 1595-1800, en voor de zelfde periode het rechterlijke archief, het stadsarchief, de archieven van de Weeskamer en de weeshuizen, van de kerkelijke archieven de doop- trouw- en begraafregisters, de diaconie, en de inkomende en uitgaande attestaties en lidmaatregisters.
Daarnaast maak ik dankbaar gebruik van alle toegankelijk gemaakte digitale ontsluitingen van andere archieven en instellingen waar dan ook ter wereld. Dankbaar ben ik ook voor alle toe gespeelde informatie van mede onderzoekers.
Inmiddels is mijn database uitgegroeid tot ca. 3000 unieke vermeldingen. Dat wil niet zeggen dat er 3000 mensen uit Gorinchem of het Land van Arkel zijn vertrokken. Sommige mannen zijn meerdere keren vertrokken omdat ze bijvoorbeeld dienst deden als schipper. In een aantal gevallen is het aantoonbaar dat de bewuste persoon niet van Gorinchem afkomstig was maar dat zijn familie daar wel woont en de notaris opzoekt om bijvoorbeeld een deel van het salaris of de erfenis op te eisen. Aandeelhouders en plantage eigenaren verblijven vaak gewoon in Gorinchem. Er zijn mannen die uit een moeizame relatie ontsnappen en een valse identiteit opgeven net zo goed als dat het stadsbestuur het als een mooie gelegenheid ziet om van lastpakken af te komen en ze gedwongen dienst laat nemen.
Wie bracht slaven mee en waarom vestigen families, komende vanuit Oost- of West-Indië zich in Gorinchem die ogenschijnlijk niets met Gorinchem te maken hebben. Van jongste loopjongen tot gouverneurs, alle rangen en standen komen voor. Je kon in Gorinchem iets gaan drinken bij herberg Batavia, koffie gaan drinken bij het Gorcums koffijhuijs, en specerijen kopen bij de winkels met koloniale waren. Chinees porselein, Aziatische stoffen, boeken over andere werelddelen, atlassen, parels en edelstenen, koffie en theepotten vonden hun weg in de Gorcumse inboedels.
Slechts ca 25% van hen die vertrokken, zijn ook weer naar Nederland terug gekeerd. Ca 5% is op de heen of terug reis aan boord of met schip en al omgekomen. Van de overige 65% zal een deel kinderloos overleden zijn maar een substantieel deel heeft daar een gezin gesticht.
Genoeg verhalen te vertellen…..