Naam: Jacobus Bouman
Gedoopt: 17-12-1704
Gehuwd: Maria Herbommel Maria Herbommel
Gage: fl 24,00 fl 24,00 fl 24,00 fl 32,00
Schip heenreis: Heijnkensand Maria Adriana Wickenburg Vijvervreugd
Kamer: Zeeland Zeeland Zeeland Zeeland
Vertrokken: 20-5-1728 11-5-1731 12-3-1734 12-5-1744
Schip retour: Pallas Beekvliet Den Heuvel
Kamer: Amsterdam Amsterdam Amsterdam
Aankomst: 31-10-1730 26-8-1733 2-1-1743
Overleden: 19-1-1745 aan boord van de Peerl vermist
Abraham Bouman en Sara Hagelaar zijn het enige echtpaar dat in Gorinchem, op 17-12-1704, een Jacobus laat dopen. Hij zou dan 23 jaar geweest zijn bij zijn vertrek op 20 mei 1728.
Het schip verliet Rammekens maar moest al vanaf de 23ste mei tot 3 juni zijn toevlucht zoeken tot de haven van Torbay aan wat nu bekend staat als de Engelse Riviera. De reis verliep voorspoedig en na een reis van 7 maanden en 16 dagen kwam men aan in Batavia. Jacobus bleef tot 4 april 1729 aan boord en stapte toen over op de Linschoten tot 9 augustus van dat jaar. Op 14 februari 1730 verliet hij Batavia voor de terugreis met de Pallas die op 31 oktober 1730 weer terug was op de rede van Texel. Hij had met deze reis fl 649,00 verdiend.
Ondanks zijn goede verdiensten ging Jacob na een klein half jaar weer als ziekentrooster voor de kamer Zeeland maar nu met de Maria Adriana. De reis gaat niet naar Batavia maar naar Colombo en hij heeft een stevig schuldbrief van fl 300,00 bij Sijbrand Bouman. Ook nu komt hij weer snel terug. Met de Beekman arriveerde hij in augustus 1733 op de rede van Texel. Sijbrand Bouman wordt keurig door de VOC voorzien van zijn fl 300,00 maar Jacob moet veel langer wachten op zijn geld dan anders. Pas in september 1734 wordt nog fl 303,00 uitbetaald, alleen niet aan Jacob maar aan Maria Herbommel die inmiddels zijn vrouw is geworden.
Dat Jacob getrouwd was bleek ook uit het grootboek van de Wickenburg, het schip waarmee hij 12 maart 1734 weer richting Indië vertrok. Aan de debetzijde staat aangegeven dat Jacob aan zijn vrouw 3 maanden van zijn salaris per jaar vermaakt en dat hij een schuldbrief heeft getekend ten gunste van Maria Herbomme voor fl 300,00. Deze keer is het geen vlug retourtje. Vanuit Batavia wordt hij uitgezonden naar de Banda-eilanden waar hij dik drie jaar aan de wal dienst doet. Daarna plaatst de kerkenraad hem weer op aan boord. Op den Dam, de Sonne, de Binnenwijzend, een paar maanden op de Beekvliet en dan kan hij aan boord van den Heuvel terug naar Nederland.
Maria heeft ondertussen niet alleen haar fl 300,00 terug gekregen van de VOC maar ook jaarlijks de 3 maanden gage van Jacob. Op 21 maart 1743 haalde Jacob zelf het restant op van fl 580,00. Inmiddels is hij ruim 38 jaar en heeft hij een groot deel van zijn leven aan boord van een schip doorgebracht. Na een jaartje thuis begint het toch weer te kriebelen. Hij kan een beter betaalde functie aan boord krijgen als onderstuurman. Dat verdient fl 32,00 per maand. Het schip Vijvervreugd van de kamer Zeeland vertrok 13 mei 1744 met Jacob aan boord. Weer vermaakt hij zijn vrouw 3 maanden gage per jaar en heeft hij een schuldbrief van fl 300,00 maar nu niet bij haar maar bij Benjamin Catteau. Jacob komt ook nu weer heelhuids aan in Batavia en stapt daar over op de Peerl. Het schip krijgt de opdracht over Sourabaya naar Banda te varen en verlaat op 12 januari 1745 de haven van Batavia. Wat er gebeurt, is niet duidelijk. Hoe kan je aan boord van een schip vermist raken anders dan wanneer je over boord valt? Of was Sourabaya met zijn zee en de hemel zo blauw te aanlokkelijk en zag Jacob op tegen de kleinschaligheid van Banda en nam hij de benen? We zullen het nooit weten.
Maria ging eind november 1747 nog 3 maanden gage halen. Zou zij al van zijn dood geweten hebben? Op 8 januari 1748 kreeg Benjamin Catteau fl 103,00 op zijn vordering van fl 300,00 uitbetaald. Hij leed een flinke schadepost. Maria Herbommel verkocht 12-1-1757 als weduwe van Jacob Hagelaar Bouman een huis aan de Varkensmarkt in Middelburg voor 146 pond. Daarmee is het bewijs geleverd dat Jacobus inderdaad de zoon was van Abraham en Sara Bouman. Volgens de begraafboeken van Amsterdam overleed zij daar op 16 juni 1757 en werd in de Zuiderkerk begraven.
Bronnen:
· Regionaal Archief Gorinchem index DTB
· NA 1.04.02 12879, 1.04.02.12896, 1.04.02 12923, 1.04.02.13007
· Stadsarchief Amsterdam index DTB
· Maandelijkse Nederlandsche Mercurius - Google Boeken
· Lohanda, Mona, en Hendrik E. Niemeijer, 2013. Marginalia to the Daily Journals of Batavia Castle (1659-1799) : A digitized contemporary chronological entry to archives of the Dutch East India Company (VOC). - Jakarta: Arsip National Republik Indonesia / The Corts Foundation, 2013. [nl]
· http://resources.huygens.knaw.nl/das
Copyright: V.C. Wikaart - Derkzen, maart 2020