Wil de echte Hendrick Hamel opstaan?

Wil de echte Hendrick Hamel opstaan?

Bij het doen van historische onderzoek draait het altijd om de vraag: kan je bewijzen wat je schrijft? Een klus die vraagt om veel geduld. De bewijzen liggen nu eenmaal niet altijd keurig op een stapeltje te wachten. Daardoor ben je als onderzoeker heel vaak bezig bewijsmateriaal te zoeken om  tegendeel bewijsbaar te maken en zo alsnog bewijsbaar te maken dat iets wel of niet kan. Moeilijk? Nee hoor

Stel je bent in Den Haag op zoek naar iemand die Hendrick Hamel heet. Je vindt een akte waaruit blijkt dat hij zich in december 1671 op een schip onderweg naar de kust van India bevindt.  In dat zelfde Den Haag maakt in die zelfde maand een mevrouw de gang naar de notaris omdat zij aan iemand uit Amsterdam met de naam Hendrick Hamel geld leent. Hendrick komt zelf de akte ondertekenen. Het is aannemelijk dat het hier gaat om twee verschillende mannen met een zelfde naam. Als dan ook nog blijkt dat het schip keurig op de verwachte tijd aankomt in India, mèt Hendrick aan boord, dan is het zeker dat er sprake is van twee verschillende mannen. Onderzoeken betekent alle zijwegen inslaan tot je zeker weet dat je bij de afslag een bord “doodlopende weg” kunt zetten. En ja dat kost tijd. Veel tijd.

Mijn zoektocht naar informatie over de familie Hamel uit Gorinchem bracht mij ook naar het stadsarchief van Den Haag. Daar bleken Dirk, Gerrit, Frederick, Goossen en Hendrick Hamel met grote regelmaat bezoeken afgelegd te hebben bij de diverse notarissen gedurende een ruime periode van tijd. Die eerste dag kwam ik dan ook niet veel verder dan het maken van een lange lijst met data, namen van notarissen, comparanten en getuigen met bijbehorende inventarisnummers en folionummers, soms aangevuld met een beroep of plaats van herkomst. Het archief van Den Haag is bezig met het beschikbaar stellen van zijn oud notarieel archief door middel van het plaatsen van scans van deze acta op hun website. Alleen, ze zijn net begonnen dus erg veel staat er nog niet op. Om de onderzoeker van dienst te zijn kan je zelf een deel voordragen om met voorrang te scannen. Hier wordt veel gebruik van gemaakt zodat de wachttijden flink oplopen tot soms drie maanden. Eerst werden door mij alle akten bekeken waarbij stond dat het Hamels waren uit Gorinchem of met de aanvulling dat het om werkmeesters of uitvoerders van fortificatiewerken ging. Er bleef nog een behoorlijk lange lijst over zonder extra vermeldingen dus werd het volgende zoekcriterium het voorkomen van meerdere voornamen uit de familie zoals van de broers Dirk, Goossen en Gerrit in de diverse varianten maar zeker ook in combinatie met Frederick hun vader. Soms kwam ik akten tegen die ik niet helemaal begreep in relatie tot welke die ik al gevonden had. Leeftijden klopt niet, handtekeningen waren anders, er werden familierelaties genoemd die ik (nog) niet terug had gevonden. Die belandden op een andere stapel. Het kostte heel wat gepuzzel voor dat ik definitief kon zeggen dat er sprake was van twee verschillende families waarin de zelfde voornamen voorkwamen. Met Dirk, Gerrit en Hendrick kan je je dat nog voorstellen maar Frederick is een ander geval.  Uiteindelijk bleek het te gaan om Dirk, Gerrit, Goosen en Hendrick, zonen en kleinzoon van Frederick Hamel uit Gorinchem en een Frederick, Dirk en Hendrick die Gerrit Hamels zonen uit Den Haag waren. Frederick uit Gorinchem en Gerrit uit Den Haag waren volle neven.

Hendrick Gerritszn Hamel uit Den Haag was van de zelfde leeftijd als Dirck Fredericks Hamel uit Gorinchem. Maar waar Dirck opgroeide in het gezin van een aannemer waar niet altijd voldoende geld aanwezig was, stond het bedje van Hendrick in een juristenfamilie waar geld geen probleem was. Al zijn broers gingen studeren maar Hendrick werd aangetrokken door de handel. Al in 1620 wordt hij genoemd als bewindvoerder van de net opgerichte WIC en gaat grote beleggingen doen in dit handelsgebied. in 1629 was hij voorzitter van de Kamer Amsterdam van de WIC en in 1630 is hij de één van de medeoprichters van de kolonie Swaenendael aan de oevers van de Delaware in Amerika (vlak bij het huidige Washington). Hiervoor richtte hij samen met Samuel Godijn, Killiame van Rensselaer, Samuel Bloemaert en Jan de Laet een maatschap op om “een colonie in de Suijd-ravier op de achtendertigh en een half graet leggehende neer te slaen” Een partij rotsen in een vernauwing van de rivier kreeg de naam Hamels hoofden. Het bleek een weinig gelukkige plek, want alle kolonisten werden binnen enkele jaren door indianen om het leven gebracht. Waarschijnlijk verdiende hij een aardig bedrag aan beleggingen in Brazilië want in zijn huis in de Haarlemmerstraat in Amsterdam liet hij al voor 1631 een gevelsteen inmetselen met de naam Pernambuco. In de periode van 1618 tot 1640 kreeg hij 12 kinderen, waaronder twee keer een Hendrick.   

 

Op 6 april 1640 werd Hendrick benoemd als lid van de Hoge secrete Raad van Brazilië, dwz  bestuurder namens de WIC, samen met twee anderen en onder leiding van Prins Johan Maurits van Nassau-Siegen en begon zijn nieuwe baan op 8 augustus 1640. Voor zijn vertrek heeft hij nog een testament op laten maken. Zijn standplaats is Recife in Pernambuco, tegen een salaris van 600 gulden per maand en een onkostenvergoeding van 150 gulden. Hij nam zijn 22 jarige zoon Hendrick jr. met zich mee: senior bestuurde de kolonie, junior dreef handel. Hendrik Hamel liet 'op het Recief' voor zichzelf een woonhuis bouwen. De maquette van dat huis wordt vermeld in zijn boedelinventaris.

 

Er woonden in die jaren 12.700 mensen in Recife, volgens een schatting uit 1646: 2017 soldaten en 3400 "vrije" westerse inwoners. Er waren 1383 "Brazilianen", ca 2200 Braziliaanse vrouwen en kinderen en 2651 "negros", ofwel tot slaaf gemaakten, afkomstig uit Afrika.

Hendrick’s droom bleek een nachtmerrie te worden. In de laatste jaren van zijn bewindvoerderschap werd een bloedige oorlog met de Portugezen uitgevochten. Nederland zou de kolonie, (ruim na Hamels vertrek) verliezen aan Portugal. Er was een tekort aan geld en voedsel, en een vreselijke oorlog met moordpartijen en verraad. Ook in het persoonlijk vlak moeten de jaren Hendrick zwaar gevallen zijn. Zijn zwager Servaes de Carpentier, van 1636 tot 1645 assessor van de Hoge en Geheime Raden in Brazilië en aanvoerder van een regiment in de oorlog met Portugal en Hendricks neef Johan Hamel stierven in 1645 in de oorlog met de Portugezen. In hetzelfde rampjaar stierf ook Hendricks zoon Hendrik Hamel junior. Hendrick keerde in 1646 terug naar Amsterdam.

 

Na zijn terugkomst leed hij aan een merkwaardige slopende ziekte, de vierdubbele tweedaagse koorts, door prof. Nicolaas Tulp beschreven, die gepaard ging met meerdaagse heftige koortsen. 

Hij moest zich bovendien verweren tegen beschuldigingen van corruptie. Kennelijk heeft de West Indische Compagnie gepoogd een zaak tegen hem aan te spannen wegens zelfverrijking en verraad. Voor zijn vertrek naar Brazilië had hij een verregaande integriteitsverklaring ondertekend, die hem verbood ook maar enig persoonlijk gewin te halen uit zijn ambt. Maar uit een bewaard gebleven ondervraging van de substituut-fiscaal Abraham Tapper blijkt dat de WIC Hamel ervan verdacht zichzelf te bevoordelen ten opzichte van de Compagnie, er werd geïnformeerd naar aanwijzingen van "bedroch en fraude" en er werd geïnsinueerd dat Hamel bemoeienis zou hebben met verraad aan de koning van Portugal. Er werden tientallen getuigen ondervraagd, maar geen van hen bevestigde de beschuldigingen van corruptie tegen Hamel, al was er één in het Frans gestelde suggestie van omkoping en verzending van enige kisten (met suiker?) naar Mademoiselle Hamel in Amsterdam. Hendrik Hamel zag zich, terug in Amsterdam, gedwongen om diverse betrokkenen onder ede te laten verklaren dat hij zich nooit enige goederen had toegeëigend en zijn zoon geen contractvoordelen voor leveranties aan de compagnie had gegeven.  Hendrick overlijdt op 14 november 1652 in Amsterdam. Zijn achterneefje Hendrick uit Gorinchem stond op het punt om zijn eigen avontuur te gaan beleven in Korea.

 

Waarom nu dit verhaal? Ten eerste omdat wij in november een echtpaar op bezoek kregen. Een forse latino met een kleine Aziatische vrouw. Bepakt en bezakt met al hun bagage kwamen zij, rechtstreeks van Schiphol, naar het Hendrick Hamel Museum. Na een rondleiding van Piet kochten ze alle Engelstalige boeken. Uit belangstelling vroeg ik waar ze vandaan kwamen. Niet uit Azië maar uit Brazilië in de buurt van Recife was het antwoord. Hij was erg geïnteresseerd in hun plaatselijke geschiedenis en de suikerplantages. Hendrick Hamel had daar een hele grote plantage gehad. Bevreemd merkte ik nog op dat Brazilië het gebied van de WIC was en Hendrick daar eigenlijk niet geweest kon zijn. Of misschien toch wel want wat is er na 1672 met Hendrick Hamel gebeurd? Niemand weet het nog. Onderweg naar huis viel het kwartje. Hij was op zoek naar die andere Hendrick Hamel.

Ooit vertelde ik jullie dat er ook in Den Haag een Hendrick Hamelstraat was. Het leek mij eigenlijk te mooi om waar te zijn dat het onze Hendrick was die hier zoveel eer kreeg. Sinds kort staat er iets over de geschiedenis van de straatnamen van deze buurt op Wikipedia. De straten zijn genoemd naar Gouverneurs Generaal en bewindvoerders van de VOC en WIC. Wikipedia is geen serieuze bron voor onderzoekers dus houden we deze wetenschap even voor ons tot ik tijd heb om in het archief van Den Haag het document op te zoeken met betrekking tot de naamgeving van de straat. Dat is immers het enige harde bewijs. Voorlopig heb ik helaas geen tijd om mij daar in te verdiepen. Eén van jullie?

 

Bronnen: Genealogie Hamel door C.A. Hamel

Eigen onderzoek Gemeentearchief Den Haag ONA

 

Website: www.vicpoolen.nl/hamel.htm

Reactie schrijven

Commentaren: 0