Isaac Rom 4.4.1679- 6.5.1707

Naam:                     Isaac Rom         

 

Gedoopt:               4-4-1679 Gorinchem

 

Gage:                       fl 30,00

 

Schip heenreis: Huis te Hemert

 

Kamer:                    Amsterdam

 

Vertrokken:         8.1.1705 Texel

Overleden:         6 mei 1707 Azië

Isaak Rom, vertrokken in 1705, is de eerst bekende ziekentrooster vanuit Gorinchem. Hij was de zoon van Nicolaas Rom en Eva van Riebeek en ruim 25 jaar toen zijn schip Huis te Hemert vertrok van de rede van Texel. Aan boord waren 161 personen, waaronder 4 verstekelingen. Jacob Willems van Terschelling was de schipper die het schip veilig naar Batavia wist te brengen. Met Isaak aan boord was de zielenheil van de opvarenden verzekerd. Met twee maanden voorschot op zijn gage van fl 30,00 per maand en een lening van zijn vader van fl 300,00 kon hij ruim inkopen doen voor zijn overtocht. 

De eerste die op het schip, onder leiding van Isaak, een zeemansgraf kreeg was Albert Hendricks van Amsterdam wiens lichaam op 31 januari aan de zee werd toevertrouwd. Johannes Buserus, soldaat, was op 22 maart de tweede. Uiteindelijk zouden tussen Texel en Kaap de Goede Hoop drie soldaten sterven. Omdat er ook wat bemanningsleden van boord gingen werden ter vervanging zeven andere zeevarenden en drie andere soldaten aangenomen. Ook tussen Kaap de Goede Hoop en Batavia zouden nog 3 soldaten om het leven komen. Vanuit het standpunt van een ziekentrooster was het dus een rustige reis.

Zoals op zo veel schepen van de VOC, zal het ook op dit schip soms moeilijk zijn geweest om met elkaar te communiceren. Naast de Nederlanders waren er Duitsers, Denen, Noren en een Bandanees aan boord. De gezamenlijke bemanning liet bij vertrek uit Texel een openstaande schuld na, die de VOC via hun maandgelden moest verrekenen, van maar liefst fl 20.775,00.

 

De reis duurde 7 maanden en vijftien dagen en leverde Isaak een salaris op van fl 225,00. Omdat hij met een “schuld” van fl 360,00 vertrokken was, sloot men het grootboek van het Huis te Hemert met een “te quaat” van fl 135,00 op zijn naam. Dat hij niet de enige is met een “te quaat” blijkt wel uit het totaal bedrag van verdiend salaris fl 25.392,00 dat er, onder aftrek van de uitstaande schuld bij het verlaten van Texel en de schulden nog gemaakt aan boord, voor zorgde dat er een positief bedrag aan salaris aan het eind van de reis in de boeken werd opgenomen van maar fl 3.115,00. (bron: grootboek Huis te Hemert 5539). Op 23 augustus 1705 kan Isaak ontschepen op de rede van Batavia.

 

Krap een maand later, op 25 september 1705, loopt Isaak over de loopplank de fluit ter Ham op. Het zal de komende tien maanden zijn werkplek zijn. Het schip gaat samen met de fluit Monster een reis maken naar Tagal (Tegal op Java) en via Malakka naar Cormandel, het huidige Indïa. Tien maanden á fl 30,00 minus de restschuld van fl 135,00 betekenen dat Isaak op een positief saldo komt te staan van fl 165,00. Op  23 juni 1706 verruilt Isaak de Ter Ham voor de Schonewal voor een reis richting Perzië. Veel komen we niet te weten over zijn leven aan boord van deze schepen. Er zijn geen beschrijvingen van de reizen te vinden. Het blijft bij droge feiten uit de boekhouding van de VOC. Omdat die heel nauwkeurig bijgehouden werd, weten we dat na tien maanden en 23 dagen de reis van Isaak ten einde kwam omdat hij op die dag, zonder een testament na te laten, aan boord van het schip kwam te overlijden. De balans wordt nu letterlijk opgemaakt. Tien maanden en 13 dagen werken leverde een bedrag op van fl. 313,00. Hij laat goederen na die door de curator ad litem (een curator die aangesteld wordt met het oog op eventuele processen die gevoerd moeten worden waarbij de belanghebbende voor wie hij optreedt zelf niet meer kan beslissen) in Batavia afgehandeld moeten worden. Dan blijkt dat het om serieus geld gaat en Isaak dus meer gedaan heeft dan alleen voor de zielenheil van zijn mede schepelingen zorgen. De curator ontvangt in totaal van diverse personen een bedrag van fl 1.322,00 dat via zijn belangenbehartiger aan zijn erven, zijn vader en moeder, uitbetaald werd.

 

Het zou nog tot 9 januari 1711 duren voor dat zijn salaris van de VOC fl 165,00 + fl 313,00 = fl 478,00  door zijn vader Nicolaas Rom opgehaald kon worden bij het Oost-Indië huis in Amsterdam.

 

Bronnen:

·       Regionaal Archief Gorinchem index DTB

·       NA 1.04.02.5539

·       http://resources.huygens.knaw.nl/das

 

Copyright: V.C. Wikaart - Derkzen, maart 2020